Dit is de eerste keer dat ik iets post op onze blog dat maar 4 dagen in beslag heeft genomen maar deze bestemming is het echt wel waard om apart vermeld te worden, oordeel zelf maar.
Paaseiland (hier alle foto's)
Het Paaseiland (of Rapa Nui zoals de lokale bewoners het noemen) is één van de meest afgelegen eilanden op aarde. Officieel maakt het deel uit van Chili, maar het is meer dan 3400km van het vasteland verwijderd (5u vliegen). Het is daarom niet zo evident om dit eiland te bezoeken. Er vliegt maar 1 vliegmaatschappij naartoe, LAN, wat maakt dat de prijs hoog kan oplopen. Maar door op tijd te boeken en flexibel te zijn in de data kan de vlucht toch betaalbaar blijven, tot onze grote vreugde! En weg waren we, allé, zo makkelijk was het nu ook weer niet. We hadden een Uber taxi geboekt voor naar de luchthaven. Bij de lunch zagen we echter op het nieuws dat de officiële taxi's de weg naar de luchthaven versperd hadden als protest tegen Uber (oneerlijke concurrentie). De eigenaar van het hotel raadde ons aan om onmiddellijk naar de luchthaven te vertrekken. Maar de Uber taxi was niet meer happig om naar de luchthaven te rijden zodat we langs de straat maar een officiële taxi aanhielden. De eigenaar van het hotel sprak met hem een vaste prijs af en de afspraak was dat hij zover mogelijk zou rijden en we eventueel te voet verder moesten om onze vlucht te halen. Gelukkig had de politie ondertussen de taxi's van de weg gesleept en hebben we maar een half uur file gehad. De politie was wel op wraak uit en elke taxi die arriveerde werd aan grote controle onderworpen. Omdat die van ons zijn meter niet had aanstaan kreeg hij een boete en moest hij nog heel wat papieren laten zien. Ondertussen waren wij in de vertrekhal alles aan het gadeslaan en hadden we er wel medelijden mee, die mens was zo goed geweest om ons, ondanks alles, toch naar de luchthaven te brengen. Ik vrees dat het hem meer geld heeft gekost als opgebracht...
Maar even nog wat achtergrondinformatie over dit mysterieuze eiland. Rond de dertiende eeuw zijn de eerste mensen uit Polynesië met grote boten op het eiland toegekomen. Dit is voor die tijd een opmerkelijk feit, gezien de enorme afstand er bestaat tussen Paaseiland en elk ander soort eiland in de Grote Oceaan. De eerste inwijkelingen troffen er een waar paradijs aan. Het eiland was een groot regenwoud en bezorgde de inwoners ruwe grondstoffen om stoffen, koorden en kano’s te maken. De vele vogels die in het woud woonden voorzagen de inwoners van eten. Het milde klimaat en de visrijke wateren rondom het eiland bezorgden de Rapa Nui een zorgeloos leven. Om de goden te bedanken voor al deze overvloed begonnen de inwoners de beelden (of Moai) te bouwen die het eiland zo bekend maken. Deze standbeelden zijn weergaves van hun voorvaderen, en de aanwezigheid van zo’n beeld werd gezien als een soort beschermengel voor een dorp. De bevolking op het eiland bleef maar groeien, waardoor steeds grotere delen van het woud werden gekapt. Samen met de laatste bomen verdwenen ook de vogels en de grondstoffen voor het maken van speren en kano’s. Er braken harde tijden aan voor de eilandbewoners. Het geloof in hun oude religie was verloren, waardoor vele Moai werden omvergeworpen. Aan het einde van de eilandcultuur in de 18e eeuw bleven er door voedseltekort en gevechten slechts enkele Rapa Nui meer over. Het eerste contact met Europeanen vond plaats op 5 april (paaszondag) 1722. Den 'Hollander' Jacob Roggeveen bezocht toen het eiland. Vandaar ook de naam Paaseiland.
De huidige inwoners leven van het toerisme en van handel met moederland Chili maar er is vaak heel wat protest. De Rapa Nui willen onafhankelijk zijn van Chili, waardoor je op heel wat plaatsen protestspandoeken en dergelijke ziet. Wij betaalden voor het nationaal park een toegangsprijs van €72. Dat geld gaat naar Chili en de plaatselijke bevolking zou er niets van krijgen. Dat steekt bij velen. Het gehele eiland staat sinds 1995 op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
Maar goed. Wij hadden een verblijf gehuurd met keukentje, aangezien het geen goedkoop eiland is, Het is een pastadieet geworden. Een brommertje diende om het eiland te verkennen. Groot is het eiland niet, slechts 170 km². Enthousiast begonnen we aan de verkenning. Die aanblik van die beelden, met de oceaan meestal op de achergrond, het heeft toch iets heel speciaals.
Richting krater Rano Kau passeer je eerst nog een grot waar je nog wat muurtekeningen kan zien.
De uitgedoofde vulkaankrater Rano Kau is erg indrukwekkend en biedt een adembenemend uitzicht. Om het beter te illustreren voeg ik er even een luchtfoto toe die ik op internet heb gevonden.
Naast de krater kan je ook nog een voormalig dorpje Orongo bezoeken, weeral met een spectaculair uitzicht.
We tuffen rustig verder op ons brommerke, vaak langs de oceaan. Op een bepaald moment zien we zelfs een walvis met een kalfje. Zalig!
Af en toe passeer je koeien, paarden en nog wat beelden, of wat er van overblijft. Er staan ook overal bomen in bloei met prachtige oranje bloemen...
En dan zien we voor de eerste keer in ons leven meerdere beelden naast elkaar staan, dit bij Ahu Akivi. Het doet een mens toch wat. Het bijzondere van de Moai van Ahu Akivi is dat zij de enige beelden zijn die met hun gezicht richting de zee staan, terwijl alle andere Moai met hun rug naar de zee zijn geplaatst. Daarnaast staan ze verder van zee af en was het dorp tussen de Moai en de zee gebouwd, zodat de Moai zowel naar hun eigenaren in het dorp als naar de zee konden kijken, allen met hun neus naar dezelfde richting. Sterk team moet dat zijn!
Na onze lekkere pastamaaltijd met scampi's gaan we richting Ahu Tahai, naar het schijnt de beste plek om de zonsondergang te aanschouwen. En we hebben geluk! De zon is van de partij maar voor een ideale zonsondergang zijn er ook best wat wolkjes aan de hemel. En zo geschiedde. Zie hier een fotoreportage van de avond. Sorry, ik kon niet goed kiezen...
HET hoogtepunt op het eiland is het nationaal park Rano Raraku. De steengroeve van Rano Raraku is de plek waar de Moai werden geschapen. Ze werden uitgehouwen uit een heuvelrug van vulkanisch gesteente. Deze 100m hoge vulkaan voorzag de inwoners van voldoende stenen om honderden van deze beelden te maken. Nu nog is de heuvel bezaaid met Moai, sommige volledig afgewerkt, andere nog maar half uitgehouwen. In dit nationaal park bevinden zich nog bijna 400 Moai. Een magische plek. Ik heb opnieuw een luchtfoto van het internet gehaald om je een idee van de plek te geven.
Eerst zijn we langs het rechtergedeelte gewandeld waar je zowat tussen de beelden kan lopen, als je maar niet afwijkt van het pad.
Hier een voorbeeld van zo'n rots waar er nog niet volledig afgewerkte Maoi te bewonderen zijn, 6 wel te verstaan. Ik vond ze ook niet allemaal hoor.
Om de hoek krijg je dan ineens, totaal onverwacht, een zicht op Tongariki. Dat is echt een WOW-moment en een ideale plak om je broodjes op te eten...
Hierna zijn we richting kratermeer gewandeld. Stef kreeg het geweldige idee om er in het kratermeer te plassen, ook al stonden er iets verder op mensen van het NP stalen van het water te nemen! Hij werd al snel op het matje geroepen en kreeg een zware uitbrander. Dankzij mijn tussenkomst mochten we toch nog wat foto's trekken. Wegens gevaar voor vallende stenen (of zoiets) mag je niet meer dichtbij de beelden op de helling komen, wat wel heel erg jammer is.
Op een kilometer ligt dus het eveneens indrukwekkende Ahu Tongariki, wat met zijn 15 Maoi de grootste Ahu is op het eiland. Door oorlogen en in 1960 een tsunami waren deze prachtexemplaren niet zo prachtig meer. Gelukkig zijn ze in de jaren 90 hersteld en terug op hun plaats gezet. Het verliest hierdoor misschien iets van zijn charme, maar het zou zonde zijn om hier niet meer van te kunnen genieten. Dit zou ook de beste plaats zijn om de zonsopgang mee te maken maar helaas hadden wij in de ochtend telkens een wolkendek, zodat er geen zonsopgang te zien was.
De volgende stop was bij Anakena. Met zoveel erfgoed op het eiland zou je bijna vergeten dat Paaseiland ook hele paradijselijke trekjes heeft. Het strand van Anakena, gelegen aan de noordkant van het eiland, staat bekend als de locatie met het allermooiste strand van het eiland. Een prachtig plekje met een parelwit zandstrand, palmbomen en een prachtige oceaan, waar je dan ook nog een paar van de best bewaarde Moai kan spotten. Hemels dus!
Die avond stond er geen zonsondergang op het menu wegens teveel wolken maar wel pasta... We hielden ons pastadieet goed vol!
Op het paaseiland kan je ook naar een Maoi duiken. Als dat niks is! Wijlie dus duiken de volgende dag. Normaal is het op het Paaseiland deze periode tussen 20 en 25 graden maar tegenwoordig kan je niet meer rekenen op het klimaat en ook hier voelen ze veel verandering. Het is er namelijk heel wat kouder dan normaal door de opwarming van de aarde... Niet ideaal dus om te gaan duiken, want wij zijn warm water van zo'n 30° gewoon. Hier is het water een 20° en er stond dan ook nog een felle wind uit het noorden. Het had niet veel gescheeld of we hadden de duik geannuleerd maar achteraf waren we erg blij dat we het gedaan hadden. Buiten het Maoi beeld is er niet zo heel veel te zien onder water. Er is heel veel hard koraal, maar weinig vis omdat er niet veel plankton in het water is. Maar de zichtbaarheid was wel overweldigend. Zelden meegemaakt, zo'n zichtbaarheid onder water. Tevreden klanten dus!
Zo'n duik kruipt je toch altijd wat in de kleren. Voor de rest van de dag hebben we dan ook niet veel meer gedaan dan wat beelden bezocht en pasta gegeten. De zonsondergang liet het weer afweten...
In de laatste ochtend zijn we het kerkhof nog gaan bezoeken. Hier voel je heel goed nog de authentieke sfeer die er hangt op het eiland. De oorspronkelijke bewoners willen erg graag hun cultuur behouden, hun volste recht uiteraard. Persoonlijk vind ik dit een grote meerwaarde van dit eiland. Het is geen toeristische bedoening, de mensen zijn erg trots op hun voorgeschiedenis en zijn erg vriendelijk. Je voelt je er dan ook welkom.
Ook zijn we Ahu Tahai nog eens gaan bezichtigen, maar dan met de zon in onze rug. Dit is een zalige plek om wat rond te hangen. Het verveelt nooit. Je zou ze voor minder gaan kussen...
En zo was het weer tijd om terug te vliegen met de dreamliner van LAN airlines, waar we met veel plezier op de heen- en terugreis voor een pasta kozen...
We zijn blij dat we dit eiland in onze reis hebben meegenomen. Het is echt een speciale plaats en zal voor altijd in ons hartje bllijven. Muchas gracias Isla de Pascua!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten